Mathenesserbrug Daniël Dee

hier ben je aanwezig
op de plaats rust
laat achter wat was
tracht niet te denken aan
nu doe je het toch
geeft helemaal niets
maar kom niet te laat
er wordt op je gewacht
het duurt niet lang meer

 

Voordracht door
Daniël Dee, van beneden naar boven gelezen:

daar ga je naartoe
in weer en wind
met wensen en hoop
hoe alles verandert
lach naar de toekomst
wat komt weet je nooit
neem gerust de tijd
er is plaats voor jou
wacht maar af

 

Voordracht door
Daniël Dee, van links naar rechts gelezen:

Over Het gedicht

Het gedicht op de Mathenesserbrug is bepaald a-typisch te noemen in het bestaande oeuvre van Daniël Dee, want de dichter ‘lijdt aan het leven’ zogezegd. Zoals Hans Purper het eens karakteriseerde is bij hem vaak ‘juist door de humor de wanhoop voelbaar’. Soms is het werk ingetogen dan weer wordt het gekenmerkt door uitbundige zwartgalligheid. Hij schreef voor Rotterdam juist een bemoedigend gedicht waarin binnen deze veranderlijke wereld voor ieder een plek is en droeg dit op aan zijn dochters. Hoewel hij eerst een andere tekst bedacht, bracht de onderkant van de brug die uit twee grote metalen platen bestaat, hem op andere gedachten.
Daniël zegt daarover:

“Daar moet je eigenlijk iets mee doen. De structuur nodigt daar voor uit. Al snel had ik het idee dat een gedicht uit twee kolommen het mooist zou zijn. In die tijd las ik toevallig ook iets over psychologische spelletjes in de trant van: je mag nu niet denken aan roze olifanten. Met dat idee heb ik het uiteindelijke gedicht geschreven. In wezen speelt elke regel met het verwachtingspatroon van de wachtende reiziger. Elke regel daagt in zekere zin de lezer uit om het zelf in gedachten verder in te ‘kleuren’. Zo’n gedachtespelletje maakt het wachten dan tenminste iets aangenamer. Daarnaast had ik mezelf ook de uitdaging opgelegd om een gedicht te schrijven dat in zijn geheel te lezen is van links naar rechts, maar evengoed van boven naar beneden in de twee kolommen. Ieder voor zich mag bepalen welke volgorde hij of zij het fijnst vindt.”

Dee voor zijn bruggedicht

De dichter Daniël Dee

Daniël Dee (1975) was in 2013-2014 stadsdichter van Rotterdam. Hij nam tijdens zijn stadsdichterschap initiatief tot de website Rotterdamsedichters.nl waarop inmiddels een immer groeiend overzicht van Rotterdamse dichters te vinden is. Hij begon ooit als huisdichter op de Rijksuniversiteit Groningen, samen met Petra Else Jekel, in 2000. Er werden daarna diverse bundels van hem gepubliceerd, waarvan de meest recente ‘Mond vol Demonen’ is, (uitgeverij Passage, 2016).

In juni 2019 komt een titelloze bundel uit bij Uitgeverij Passage, waarbij de lezer zelf met een bijgeleverd stickervel een titel kan aanbrengen. Hij stelt met grote regelmaat bloemlezingen samen of verschijnt er zelf in, en er verschenen inmiddels een verhalenbundel Vrouwen en ik eerst (2012) en de novelle De zondige daad. Hij droeg zijn gedichten internationaal voor in Nederland, België, Duitsland en Engeland en op festivals en geeft veelvuldig workshops.

Daniël woont zelf zo dicht bij de brug dat hij waarschuwende rinkel van de slagbomen hoort telkens dat ze gaan dalen. Misschien schreef hij mede daarom van oorsprong de regel ‘dagdromen dwalen automatisch’ voor de onderkant van deze brug, geïnspireerd door het bordje voor de brug ‘slagbomen dalen automatisch’. Om mensen uit hun dagelijkse muizenissen te halen, wanneer ze zouden realiseren dat er iets anders stond dan ze eigenlijk ‘automatisch’ verwachtten. Hierboven meer over zijn uiteindelijk uitgevoerde gedicht.

Lees veel meer over Daniel en zijn volledige bibliografie hier: www.danieldee.nl en op de website Rotterdamse dichters.

De onthulling op 3 mei 2019:

De ontwerper Bart Oppenheimer

Bart Oppenheimer (1969) ontwierp het bruggedicht aan de onderzijde van de Mathenesserbrug. Deze brug gaat vaak en snel open, de ene keer langer dan de andere keer. Bart stemde zijn ontwerp daarop af.

“Om in een dergelijk tijdsbestek het zijn uitwerking niet te laten missen, is de typografie van het gedicht leesbaar, zo krachtig mogelijk, aanwezig, onontkoombaar neergezet. ‘hier ben je aanwezig – daar ga je naartoe’ heeft geen titel en de zetwijze geheel in onderkast was voor mij een vast gegeven. De afwisselend in een hoge, smalle letter en in een kleinere rondere letter gezette regels maken de aanblik van het gedicht ademend, doorbreken het gesloten blok dat een linkslijnend gezet gedicht gauw is. Hierdoor wordt het heen-en-weer, van links naar rechts lezen op gang gebracht. Enkele vetter gezette woorden zetten aan tot de duidelijke ritmiek die in het gedicht zit, maar incidenteel toegepast, zonder die de lezer opdringerig op te leggen.”

Naast zijn werk als grafisch ontwerper van boeken en andere drukwerken ontwerpt Bart inmiddels veelvuldig voor de openbare ruimte. Hij heeft onbedoeld bijna een eigen route, die zijn climax heeft in de Mathenesserbrug. Want langs de West-Kruiskade en Middellandstraat in de richting van het Mathenesserplein, tref je drie gevelgedichten aan die in zijn ontwerp werden uitgevoerd: van Rien Vroegindeweij, van Jules Deelder en Sappho.

Hij is op tal van andere manieren bij bruggen in de stad betrokken: hij gaf het Groot Rotterdamse Bruggenboek vorm toen de Gemeentewerken het 150-jarig jubileum vierde in 2005 en het boek Onder de tunnel door; De geschiedenis van 75 jaar Maastunnel (Uitgeverij Ad. Donker, 2016) in opdracht van de gemeente.

Zie meer van zijn werk op www.oppenheimer.nl

Realisatie

Uitvoering van het bruggedicht aan de Mathenesserbrug vond plaats door schildering, door Reclameatelier Leo Mineur. Zij maakten gebruik van mallen en hadden met behulp van de twee telescoophoogwerkers van Doornbos Equipment BV niet meer dan 17 uur in totaal nodig, in een tijdsbestek van 36 uur. Het vlak op het val (bruggedek) dat het bruggedicht beslaat is bijna 25 meter breed en ruim 14.5 meter hoog als de brug openstaat.

De brug Mathenesserbrug

De Mathenesserbrug is een beweegbare, stalen ophaalbrug met twee grote witte ‘hameistijlen’ en een verhoogd brugwachterstoren, die in 1983 werd geplaatst ter vervanging van het originele huisje, tot chagrijn van velen.
De Mathenesserbrug vormt al bijna een eeuw lang een verbinding over de Delfshavense Schie, in het gebied Delfshaven, tussen het Mathenesserplein, Mathensserlaan, de Vierambachtsstraat in het Nieuwe Westen met de Mathenesserweg en de Grote Visserijstraat en de wijken Spangen en Bospolder/Tussendijken.

De oorspronkelijke brug was een dubbele basculebrug, die naar beide zijdes openging en was gemetseld uit baksteen met vier pijlers met torentjes. Ze werd gebouwd tussen 1915 – 1923 naar een ontwerp van Jos Klijnen. Klijnen was architect van het gemeentelijke Stadstimmerhuis in Rotterdam die later (1920) het Kralingse Bos-en Parkplan ontwierp. In 1984 verbreedde de brug flink doordat de torentjes verdwenen. In een van de torentjes was toen het brugwachtershuisje.

Een muurschildering die in 1994 op de nieuwe brugwachterstoren was aangebracht, verdween tijdens een renovatie van de bedienpost die erin is gevestigd in 2004. De brugwachterspost is altijd bemand, maar naar verwachting is dat vanaf 2021 niet langer het geval omdat de centrale bediening wordt verplaatst.

Het mooie, door architect Jo van den Broek, in de jaren 1920-1929 ontworpen en gebouwde Mathenesserplein ligt in het Nieuwe Westen. In het uitbreidingsplan voor Rotterdam-West uit 1913 van de stadsarchitect A.C. Burgdorffer is voor het eerst de Y-vormige splitsing opgenomen. Het Mathenesserplein bestaat uit drie bouwdelen, met twee zijtorens met mooie ronde paviljoens eronder, en een centraal wooncomplex met poort. Aan de achterzijde van die poort is vandaag de dag een mooie neon in ontwerp van door Toni Burgering (1937 -2017), met een dichtregel van Chen Li (1954, Taiwan) uit zijn gedicht De Muur: de muur heeft oren – op onze zwakte rust zijn kolossale bestaan

Wikipedia over de brug.
Openingstijden en doorvaartgegevens hier
Beschikbare apps om brugopeningen te voorspellen:  de app Brugmelding (iOS) en de app Brug Open (Android / iOS).