Weet
je
wat
jij
moet
doenJe moet me kussen in het donker
in het donker
Vlakbij waar het water stroomt
en lang ook
Moet je me kussen tot we allebei
naar adem snakken en dan
moet je naar me kijken en mijn hand vastpakken
en iets zeggen dat je hebt gedroomd
en mij daarin een plaatsje geven
en steeds mijn naam uitspreken
en zeggen dat je me altijd zocht maar steeds
de weg kwijtraakte of naar school moest
of je had een baan, vrienden, er was
ineens een feest, je weet toch,
er kwam van alles tussen.
En dan neem je me mee naar het donker
vlakbij waar het water stroomtHier dus. Hier moet je me kussen.
Op de onderzijde van de Pieter de Hoochbrug (ter hoogte van Coolhaven nr. 70) is in 2011 dit gedicht van Ester Naomi Perquin aangebracht. Zij schreef het als stadsdichter van Rotterdam 2011-2012 ter gelegenheid van de ontwikkeling van de vierde locatie van project Coolhavenkade, CHK04.
Het gedicht is ontworpen en gerealiseerd door Angeliek Vermonden (grafisch ontwerpster/buurtbewoner) naar een idee van autonoom kunstenaar/buurtbewoner Edo Rath. Stadssocioloog Frederique Kreeftenberg was de trekker van het project Coolhavenkade, CHK04 dat als particulier initiatief werd opgezet om aan de hand van kleinschalige ingrepen op een aantal locaties, de kade van de Coolhaven te verfraaien samen met bewoners. Een van de uitgangspunten voor de ontwerpen in het project was het gebruik van de kleur rood, vanuit de intentie en wens met deze kleur vuur, passie, energie en liefde te brengen op de kade. Dat zien we terug in de pilaren onder de brug.
Er waren ooit plannen om het volledige gedicht – als plaquette – ook op een pijlermuur ónder de brug aan te brengen. Onduidelijk is wat daarvan is gekomen.