t.o. Aelbrechtskade

Wat voorbijgaat, ontmoet

Te zien sinds 2009 aan de achterzijde van Mathenesserdijk 430, Rotterdam, dat aan het water van de Delfshavense Schie ligt. Leesbaar vanaf de Aelbrechtskade 202, bij de Lage Erfbrug, Delfshaven. De tekstregel, of aforisme, is in opdracht geschreven door beeldend kunstenaar Jozef van Rossum .

Mathenesserdijk 430 is onderdeel van historisch Delfshaven en is de voormalige directiewoning van de naastgelegen fabriek. Die fabriek is de voormalige ‘Roeloff’s uitstoomingsinrichting, stoomververij en chemische wasserij NV’. De opdracht kwam van de bewoner van het pand.

Op de Aelbrechtskade is zeer veel verkeer en de Schie wordt druk bevaren. De omgeving is zeer dynamisch.
De regel verwijst naar het alom tegenwoordige en voorbijgaande verkeer. Voorbijgaan heeft ‘tijd’ in zich en verdwijning.
Ontmoeting is tegengesteld aan verdwijning en heeft minder tijd in zich: het is een moment. Ook de lezer kan zich hierin herkennen, in die zin zou wie voorbijgaat, ontmoet ook kunnen, maar Jozef koos voor het wat neutralere ‘wat’.

De tekst is aangebracht als metalen letters met maximale hoogte van 25 centimeter per letter. De gedachten van de opdrachtgevers gingen uit naar enkele woorden in plaats van een hele regel. Dit bood de mogelijkheid voor een compact ‘letterbeeld’. Uit verschillende tekstregels (“dichterlijke plaatsbepalingen”) en woordcombinaties koos Jozef voor deze regel. Hieronder vind je een uitgebreide beschrijving door Jozef van Rossum zelf van het ontstaansproces van de regel, hoe hij als maker tot de uiteindelijke aanbrenging kwam en het werk dat daarachter schuilt. Stichting de Zoek naar Schittering schenkt graag aandacht aan dit achterliggende proces.

Zie de feestelijke onthulling hier.

Ontstaansgeschiedenis en wijze van aanbrengen

Mei 2008
“Toen plaatste ik de letters ‘We’ op de gevel, om concreet te beginnen met vormgeven aan het verlangen van mijn opdrachtgevers. Hun wens “een tekst voor de achtergevel”  kwam een paar maanden eerder tot mij. Die twee letters hebben er bijna een jaar gehangen.
Er bestond toen al een grijs schoolschriftje waarin ik mogelijke invullingen van de opdracht noteerde. Dat schriftje kon ik in twee hoofdstukken verdelen: dichterlijke plaatsbepalingen en kreten en woorden.
Van begin af heb ik me laten leiden door de plek: de scheepvaart,  de auto’s, de voetgangers, kortom de dynamiek van het nimmer aflatende verkeer.
Na rijp beraad is gekozen voor: Wat voorbijgaat, ontmoet.  Het leek me zinvol om eerst een proefversie te plaatsen, waaraan ik kon veranderen wat ik wilde.
Doel was drieledig: a.tekst moest vanaf de Aelbrechtskade leesbaar zijn, b. mooi zijn, c. geen bestaand lettertype zijn maar quasi handgeschreven.
Vanaf begin april heeft de eerste proefversie gehangen. Letters waren van passepartout karton, beschilderd in verschillende grijstinten. Voordeel van de proefversie was ook dat ik reacties van het publiek kon peilen. Zo raakte een hardloper de koers kwijt, hij kwam uit in een andere straat. ‘Een echt doordenkertje’, vond hij de drie woorden. Grijstinten bleken optisch niets uit te maken, zwart op een witte achtergrond bleek toch het meest heldere. Naast verschillen in lettervorm heb ik ook met de stand van de letters geëxperimenteerd: onder een hoek van 60 graden met de achtergrond (en niet 90), ogen de letters, frontaal bezien, vet. In de definitieve versie is gekozen voor plaatsing van de letters haaks op de gevel, van opzij (op afstand) zie je de tekst vet (oogt als zwart), recht ervoor staand is hij in een standaardcorpus en oogt hij grijs. De tekst ontvouwt zich als het ware naarmate je dichterbij komt, maar de punt blijft zwart, het is immers een punt.
De letter W was aanvankelijk strenger en ik heb hem vervangen door een spontaan geschreven W, zoals ik die zelf in handschrift zou neerpennen. Het gebruik van ijzerstrip heeft een kalligrafische kwaliteit: ophalen en neerhalen.
Uit de proefversie kon ik letters kiezen die me bevielen, ze waren bewust niet allen gelijk, ik had keuze uit verschillende letters o, t, et c.
Op de computer kon ik dan schuiven met kleine veranderingen. Ik werkte daarnaast ook aan letterproefjes met potlood.
Op drie juni verwijderde ik de proefversie en begon aan de definitieve versie, Technische details: ijzerstrip met een coating van koolteer (gemoffeld met behulp van een dakbrander) en afgewerkt met een matte pu vernis. Tekst lengte is 376 x 43 cm (top van de W en haal van de g). Letters zijn gemonteerd op rvs pennen (4 mm) die in slagpluggen zijn gehamerd. Voor de montage fungeerde een boormal die niet waterpas, maar 25 mm uit het lood werd gehangen omdat dit optisch rechter oogde.”

Met veel dank aan Jozef van Rossum voor aanvulling van de informatie.