Rauwenhoffstraat

Marc groet ’s morgens de dingen

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
en
dag visserke-vis met de pet
pet en pijp
van het visserke-vis
goeiendag

Daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn

uit: De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten.
Samengesteld door Gerrit Komrij. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1996.

In 2005 werd het project Dichter bij de Buurt, een gedichtenroute in het Nieuwe Westen, geopend. Her en der door de wijk werden kunstwerken gecombineerd met poëzie. Hier een werk van beeldend  kunstenaar Jeroen Allart (1970) met een gedicht van de jonggestorven Nederlands-Vlaamse dichter Paul van Ostaijen (1896-1928). Een heel bijzondere dichter die in zijn dichtkunst veel met woordbeeld en typografie werkte, en zelf ook beeldend werk maakte.
“Op het punt leraar voor ritmies-typografiese poëzie te worden benoemd, moest ik bedanken daar niet in het bezit van een geklede jas. Had ik maar een geklede jas.”

(Uit: Zelfbiografie, 1929 in Paul van Ostaijen Verzameld werk. | Proza. Besprekingen en Beschouwingen. Uitgeverij Bert Bakker, Amstrdam, 1979) Meer over en van hem is o.a. te lezen op zijn DBNL profiel.